De sluier eraf: de verborgen waarheden van Jabotinsky en Netanyahu

Bron: Thierry Meyssan Voltaire Netwerk 23 januari 2024 ~~~

De groep die 25.000 Palestijnen in Gaza heeft vermoord is niet representatief voor de Joden in het algemeen. Het is de erfgenaam van een ideologie die dergelijke misdaden al een eeuw lang begaat. Thierry Meyssan volgt de geschiedenis van de “revisionistische zionisten” van Vladimyr Ze’ev Jabotinky tot Benjamin Netanyahu.

Ook in de talen: Deutsch ελληνικά Español 
français italiano 

Josep Borrell, de hoge vertegenwoordiger van de Europese Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid, die een eredoctoraat ontving in Valladolid zei: “Wij geloven dat een tweestatenoplossing [Israëlisch en Palestijns] van buitenaf moet worden opgelegd om vrede te bewerkstelligen. Zelfs als, en daar sta ik op, Israël opnieuw zijn weigering [van deze oplossing] bevestigt en, om die te verhinderen, zo ver is gegaan om Hamas zelf op te richten (…) Hamas is gefinancierd door de Israëlische regering in een poging om de Palestijnse Autoriteit Fatah te verzwakken. Maar als we niet krachtig ingrijpen, zal de spiraal van haat en geweld van generatie op generatie, van begrafenis tot begrafenis doorgaan”.

Josep Borrell brak hiermee met de officiële westerse lijn dat Hamas de vijand is van Israël, die het bij verrassing aanviel op 7 oktober, wat het rechtvaardigt dat Israël nu reageert en al 25.000 Palestijnse burgers heeft afgeslacht. Hij beweerde dat vijanden van de Joden gesteund kunnen worden door andere Joden, Benjamin Netanyahu in het bijzonder. Hij verwierp de communitaire lezing van de geschiedenis en en richtte zich op persoonlijke verantwoordelijkheden.

Deze verandering in het verhaal werd mogelijk gemaakt door het vertrek van het Verenigd Koninkrijk uit de Europese Unie vier jaar geleden. Josep Borrell weet dat de Europese Unie Hamas heeft gefinancierd sinds de staatsgreep in 2006, maar nu is hij vrij om te zeggen wat hij denkt. Hij had het niet over de banden van Hamas met de Moslimbroederschap, waarvan de organisatie beweert de “Palestijnse tak” te zijn, of over de banden met MI6, de Britse geheime dienst. Hij stelde simpelweg voor dat we ons uit de rotzooi zouden terugtrekken.

Geleidelijk scheurde de sluier. Een kort historisch overzicht is hier op zijn plaats. De feiten zijn bekend, maar nooit met elkaar in verband gebracht of in volgorde opgesomd. Ze hebben een verhelderend opeenstapelend resultaat. Het meeste speelde zich af tijdens de Koude Oorlog, toen het Westen de ogen sloot voor de misdaden die het noodgedwongen beging, maar het begon eigenlijk al twintig jaar eerder.

In 1915 schreef de Brits-Joodse minister van Binnenlandse Zaken, Herbert Samuel, een memorandum over de Toekomst van Palestina. Hij wilde een Joodse staat stichten, maar klein van omvang, zodat het “niet groot genoeg kon zijn om zichzelf te verdedigen”. Op deze manier zou de Joodse diaspora op de lange termijn de belangen van het Britse Rijk dienen.

Hij probeerde tevergeefs de toenmalige liberale premier H.H. Asquith over te halen om aan het einde van de 1e wereldoorlog een Joodse staat in Palestina te stichten. Maar na de ontmoeting van Herbert Samuel met Mark Sykes, vlak na het sluiten van de Sykes-Picot-Sazonov Akkoorden over de koloniale verdeling van het Midden-Oosten, gingen de twee mannen door met hun plan en kregen ze de steun van “protestantse non-conformisten” (tegenwoordig zouden we zeggen “christelijke zionisten”), waaronder de nieuwe premier David Lloyd George. Hij en zijn kabinet gaven instructies voor de beroemde Balfour Declaration om een van de punten van de Sykes-Picot Sazonov Akkoorden te preciseren door een “Joods nationaal tehuis” aan te kondigen.

Tegelijkertijd overtuigden de protestantse non-conformisten, via Louis Brandeis, rechter bij het Amerikaanse Hooggerechtshof, president Woodrow Wilson ervan om hun idee te steunen.

Eveneens tijdens de Eerste Wereldoorlog, tijdens de Russische Revolutie, stelde Herbert Samuel voor om Joden uit het voormalige Russische Rijk, die het nieuwe regime ontvluchtten, op te nemen in een speciale eenheid, het Joodse Legioen. Dit voorstel werd overgenomen door een Oekraïense Jood, Vladimir Ze’ev Jabotinsky, die zich voorstelde dat een Joodse staat in Palestina zijn beloning zou kunnen zijn in de naoorlogse periode. Herbert Samuel vertrouwde hem de werving van soldaten toe onder Russische emigranten. Onder hen was de Pool David ben Gourion (toen een marxist), die gezelschap kreeg van de Brit Edwin Samuel, Herbert Samuels eigen zoon. Ze onderscheidden zich vooral in de verloren strijd tegen de Ottomanen bij Gallipoli.

Aan het einde van de oorlog eiste de fascist Jabotinsky een staat als zijn verdiende loon, maar de Britten wilden geen afscheid nemen van hun Palestijnse kolonie. Dus hielden ze vast aan hun belofte van een “nationaal tehuis”, en niets meer. In 1920 kwamen enkele Palestijnen onder leiding van Izz al-Din al-Qassam (de voogd van de gewapende vleugel van het huidige Hamas, de al-Qassam brigades) in opstand en slachtten Joodse immigranten af, waarop een Joodse militie reageerde. Dit was het begin van het Israëlisch-Palestijnse conflict. Londen herstelde de orde door fanatici te arresteren, zowel jihadisten als Joden. Jabotinsky, in wiens huis een wapenarsenaal werd ontdekt, werd veroordeeld tot 15 jaar gevangenisstraf.

De “protestantse non-conformistische” regering van David Lloyd George benoemde Herbert Samuel echter tot gouverneur van Palestina. Zodra hij in Jeruzalem aankwam, verleende hij gratie en liet hij zijn vriend Jabotinsky vrij. Vervolgens benoemde hij de antisemiet en toekomstige collaborateur van het Duitse Rijk, Mohammad Amin al-Husayni, tot Grootmoefti van Jeruzalem.

Muurschildering als eerbetoon aan Vladimir Jabotinsky in Odessa (Oekraïne).

Jabotinsky werd toen gekozen tot directeur van de Wereld Zionistische Organisatie (WZO). Maar hij keerde terug naar het voormalige Russische Rijk, waar Symon Petliura net een Oekraïense Volksrepubliek had opgericht. Jabotinsky en Petlioura sloten een geheime overeenkomst om een plek voor zichzelf te veroveren in het land van de bolsjewieken in het oosten en de anarchisten van Nestor Makhno in het zuiden (het huidige Novorossia). Petliura was een felle antisemiet en zijn mannen waren gewend om Joodse families en dorpen in hun eigen land af te slachten. Petliura was de beschermheer van de Oekraïense “integrale nationalisten” en hun mentor, Dmytro Dontsov, die later de beheerder zou worden van het Reinhard Heydrich Instituut dat verantwoordelijk was voor het uitvoeren van de ” eindoplossing van het Joodse vraagstuk” [1].

Toen het gerucht de ronde deed dat Jabotinsky een alliantie had gesloten met “massamoordenaars van Joden”, ontbood de World Zionist Organisation hem voor een verklaring. Maar hij gaf er de voorkeur aan zijn gemeenschapsfuncties neer te leggen in plaats van vragen te beantwoorden. Vervolgens richtte hij de Alliantie van “Revisionistische Zionisten” op (voornamelijk aanwezig in de Poolse en Letse diaspora) en haar militie, Betar. Hij keerde het Britse Rijk de rug toe en werd enthousiast over het fascistische Italië. Hij richtte een militaire academie op voor de Betar in de buurt van Rome met de steun van de duce Benito Mussolini.

In 1936 bedacht Jabotinsky een “evacuatieplan” voor de Joden uit Centraal- en Oost-Europa naar Palestina. Hij won de steun van het Poolse staatshoofd, maarschalk Józef Piłsudski, en zijn minister van Buitenlandse Zaken, Józef Beck. Maar ook die van de Hongaarse regent, admiraal Miklós Horthy, en niet te vergeten die van de Roemeense premier, Gheorghe Tătărescu. Dit plan werd nooit uitgevoerd omdat de Joden in Midden- en Oost-Europa bang waren voor de bondgenoten van Jabotinsky en omdat het Britse Rijk zich verzette tegen massale emigratie naar Palestina. Uiteindelijk beweerde Chaim Weizmann, toenmalig voorzitter van de Zionistische Wereldorganisatie, dat Jabotinsky betrokken was bij het Frans-Pools-Nazi plan om de Joden naar Madagaskar te deporteren.

Het was in deze periode dat Vladimir Jabotinsky de Holocaust voorspelde voor een verbaasd Joods publiek. Volgens hem zou de diaspora, door zijn evacuatieplan te weigeren, een golf van geweld tegen haar uitlokken. Tot ieders verbazing deden zijn vrienden dat ook: ze roeiden miljoenen Joden uit.

Vladimir Jabotinky (rechts) en Menachem Begin (links) op een Betar-bijeenkomst in Warschau.

In 1939 stelde Jabotinsky een plan op voor een opstand van de Joden in Palestina tegen het Britse Rijk, dat hij naar de lokale afdeling van de “revisionistische zionisten”, de Irgun, stuurde. Door de Tweede Wereldoorlog werd dit project uitgesteld. Jabotinsky vestigde zich niet in het fascistische Italië, maar in de toen neutrale Verenigde Staten, waar een van zijn discipelen zich bij hem voegde en zijn privésecretaris werd. Dit was Benzion Netanyahu, de vader van Benjamin Netanyahu.

Tijdens de oorlog kregen Vladimir Jabotinsky en Benzion Netanyahu bezoek van een professor in de filosofie uit Chicago, Leo Strauss. Hij was eveneens een Joodse fascist. Hij was gedwongen Duitsland te verlaten vanwege het antisemitisme van de nazi’s, maar bleef een overtuigd fascist. Leo Strauss werd de maatstaf voor “neoconservatieven” in de VS. Hij creëerde zijn eigen denkschool en verzekerde zijn weinige leerlingen na de Tweede Wereldoorlog dat de enige manier voor Joden om een nieuwe Shoah te voorkomen was om hun eigen dictatuur te creëren. Tot zijn leerlingen behoorden Paul Wolfowitz en Elliott Abrams, de man die nu achter Benjamin Netanyahu staat en die deze zomer zijn “institutionele hervorming” financierde.

Vladimir Jabotinsky stierf in 1940 in New York. David ben Gurion verzette zich tegen de overbrenging van zijn as naar Israël, maar in 1964 gaf de premier van Israël, de Oekraïense Levi Eshkol, er toestemming voor.

Na de wereldoorlog verklaarden de “revisionistische zionisten” van de Irgun het Britse Rijk de oorlog omdat ze de Joodse emigratie naar Palestina hadden beperkt. Onder leiding van de toekomstige premier, de Wit-Russische Menachem Beguin, organiseerden ze een reeks aanslagen, waaronder de aanval op het King David hotel, waarbij 91 mensen omkwamen, en het bloedbad in Deir Yassin, waarbij minstens honderd slachtoffers vielen.

In november 1947 nam de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties een plan aan om Palestina in twee zones te verdelen, Joods en Arabisch, om zo een bi-nationale staat te vormen. Profiterend van de laksheid van de intergouvernementele organisatie riep David ben Gurion op 14 mei 1948 eenzijdig de staat Israël uit. De Arabische staten reageerden met wapens, terwijl Joodse milities begonnen met de verdrijving van 750.000 Palestijnen, de Nakba. Bezorgd over deze snelle ontwikkelingen stuurde de Algemene Vergadering een Zweedse afgezant, graaf Folke Bernadotte, om de twee deelstaten af te bakenen. Maar op 17 september 1948 werd hij vermoord door andere “revisionistische zionisten” van Lehi (bekend als de “Stern Groep”), onder leiding van een andere toekomstige premier, de Byelorussiër Yitzhak Shamir. Ze werden allemaal veroordeeld door een Israëlische rechtbank. De Minister van Buitenlandse Zaken, de Oekraïner Moshe Shertok (of Sharett), schrijft naar de Algemene Vergadering om het lidmaatschap van Israël van de Verenigde Naties aan te vragen. Het “verklaart dat de Staat Israël hierbij zonder enig voorbehoud de verplichtingen aanvaardt die voortvloeien uit het Handvest van de Verenigde Naties en zich ertoe verbindt deze na te leven vanaf de dag dat het lid wordt van de Verenigde Naties”. Onder deze uitdrukkelijke voorwaarden werd Israël op 11 mei 1949 lid van de VN. In de dagen die volgden werd Yehoshua Cohen, de moordenaar van graaf Bernadotte, in alle discretie vrijgelaten. Hij werd de lijfwacht van de premier, David ben Gourion.

De jonge Benjamin Netanyahu en Yitzhak Shamir.

Van 1955 tot 1965 leidde Yitzhak Shamir een afdeling van de Mossad, de buitenlandse geheime dienst van de nieuwe staat. Zonder zijn superieuren in te lichten, organiseerde hij de Iraanse geheime politie van de Sjah, de Savak. Ongeveer tweehonderd van zijn mannen kwamen les geven in martelen samen met voormalige Nazi’s [2].

Toen hij aan het onderhandelen was over de Camp David akkoorden met Egypte, verhuisde hij de mannen die hij naar Iran had gestuurd naar Congo in 1979. Waarschijnlijk met de steun van de Amerikaanse CIA, hielden ze nu toezicht op de geheime politie van Mobotu Sese Seko. Hij ging erheen om ze te controleren.

Als onderdeel van de Koude Oorlog hielp Yitzhak Shamir ook de Taiwanese dictatuur [3].

Deze keer richtte hij, zonder medeweten van de Verenigde Staten, een terroristische groep op in New York, de Jewish Defence League van Rabbi Meir Kahane [4]. Hij leidde een campagne voor de emigratie van Sovjet-Joden naar Israël, moordaanslagen op de Sovjet-delegatie bij de VN en uiteindelijk ook op die van de Palestijnse Bevrijdingsorganisatie.

Hij smeedde allianties met Zuid-Afrika [5]. Hij nam deel aan de oprichting van de “Bantustans”, Afrikaanse nep-staten die Zuid-Afrika in staat stelden om zijn zwarte bevolking niet langer te beschouwen als onderdanen, maar als emigranten; een model dat de “revisionistische zionisten” later zouden toepassen op de Palestijnen.

In dezelfde geest liet hij Israël het onderzoek financieren van de lijfarts van president Pieter Botha, Dr. Wouter Basson. Deze Basson, aan het hoofd van 200 wetenschappers, was van plan ziekten te creëren die alleen zwarten en Arabieren zouden treffen (Project Coast [6]) [7].

De ene misdaad leidde tot de andere en hij steunde ook Rhodesië [8] en de strijd tegen de onafhankelijkheid van de Portugese kolonies Mozambique en Angola.

In Guatemala werd Yitzhak Shamir close met de dictatuur van generaal Rios Montt. Hij voorzag hem niet alleen van wapens, maar hield ook toezicht op zijn geheime politie. Hij richtte een computerinstituut op dat het water- en elektriciteitsverbruik controleerde en zo clandestiene activiteiten kon opsporen en lokaliseren. Hij organiseerde de Maya bevolking in kibboetsim om ze te laten werken en ze in de gaten te houden zonder een landbouwhervorming door te hoeven voeren. Op deze manier beschermd, vermoordde Rios Montt 250.000 mensen. [9], een model dat de revisionistische Zionisten wilden toepassen op de Palestijnen. De betrekkingen tussen Israël en de Verenigde Staten betreffende het Guatemalteekse experiment liepen via de Straussiaan Elliott Abrams.

Gedurende de Koude Oorlog handelden de “revisionistische zionisten” niet in het belang van het Westerse kamp; ze gebruikten de gelegenheden die zich voordeden om te doen wat Vladimir Ze’ev Jabotinky altijd had gedaan: macht uitoefenen met geweld zonder rekening te houden met wie dan ook.

Tegen het einde van de Conferentie van Madrid haalde de Israëlische delegatie deze oude poster tevoorschijn van de Britse politie in het Mandatoriale Palestina: het vraagt om informatie over de terreurgroep Lehi. Linksboven: Menachem Beguin.

Aan het einde van de Koude Oorlog riep president Bush senior de Conferentie van Madrid bijeen om de Israëlisch-Palestijnse kwestie eindelijk op te lossen. Tijdens de conferentie eiste de Israëlische delegatie, voorgezeten door Yitzhak Shamir, toen premier, de intrekking van resolutie 3379 [10] van de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties voordat de besprekingen konden doorgaan. Hierin staat dat “zionisme een vorm van racisme en rassendiscriminatie is”. “Met een open hart roepen we de Arabische leiders op om de moedige stap te nemen en onze uitgestoken hand in vrede te beantwoorden”, riep Shamir hoogdravend uit. De Algemene Vergadering wilde graag tot een overeenkomst komen en gaf hieraan gehoor. Maar Israël bedroog zijn gesprekspartners, deed geen enkele toezegging en stelde zelfs alles in het werk om George H. Bush’ kandidatuur voor een tweede termijn te dwarsbomen.

Voordat ik afsluit, wil ik graag een paar woorden zeggen over de personages van het huidige systeem.

De Oekraïense Joodse president Volodymyr Zelenski en de “witte führer” Andriy Biletsky

De alliantie van Oekraïense “revisionistische zionisten” en “integrale nationalisten” heeft zich opnieuw gevormd met het uiteenvallen van de Sovjet-Unie. Een oligarch uit de maffia, de Jood Ihor Kolomoïsky, heeft een jonge Joodse komiek, Volodymyr Zelensky, de politiek in gebracht, terwijl hij de integraal- nationalistische milities financierde die de Russischtalige Oekraïense bevolking van de Donbass belegerden en bombardeerden. De refusenik Natan Sharansky, een voormalig minister onder Ariel Sharon, organiseerde ontmoetingen tussen Joodse wereldfiguren en het kabinet van de Oekraïense president. Terwijl Voldymyr Zelensky het bevel over de twee grote veldslagen van Marioupol en Bakhmout toevertrouwde aan Andriy Biletsky, de “witte führer”.

Op 19 juli 2018 nam de Knesset op initiatief van de “revisionistische zionisten” een wet aan die Israël uitriep tot een “Joodse staat”, met Hebreeuws als enige officiële taal en verenigd Jeruzalem als hoofdstad. Joodse nederzettingen in Palestijns gebied werden beschouwd als van “nationaal belang”.

Vier jaar later vormde Benjamin Netanyahu een regering met een coalitie die bestond uit volgelingen van Rabbi Kahane. In 2022 verklaarde Itamar Ben-Gvir, voorzitter van Otzma Yehudit (de partij van de Joodse Macht), dat hij de Arabieren uit Palestina zou verdrijven. Leden van zijn partij lanceerden een aanval op het dorp Huwara op de Westelijke Jordaanoever in februari 2023, zeven maanden voor de Palestijnse aanval op 7 oktober. In een paar uur tijd staken ze honderden auto’s en 36 huizen in brand. Ze vielen de inwoners aan, verwondden 400 mensen en doodden één man voor de ogen van het Israëlische leger, dat het dorp omsingelde zonder in te grijpen bij hun wreedheden.

Deze korte historische samenvatting laat ons zien dat er niet zozeer een Israëlisch-Arabisch probleem is dan wel een Oekraïens-Russisch probleem, maar een enorm probleem voor iedereen dat samenhangt met een ideologie die, op verschillende plaatsen en tijden, niets anders heeft gedaan dan lijden en dood zaaien. We moeten onze ogen openen en niet langer accepteren dat we gemobiliseerd worden door false-flag acties en andere leugens.

Topfoto: Premier Benjamin Netanyahu brengt een eerbetoon aan zijn held, Vladimir Ze’ev Jabotinky

Voetnoten

[1] “Wie zijn de Oekraïense integraal-nationalisten?”, door Thierry Meyssan, Vertaling openbaararchief.nl, Voltaire Netwerk, 15 november 2022.

[2] «SAVAK: A Feared and Pervasive Force», Richard T. Sale, Washington Post, May 9, 1977. Debacle: The American Failure in Iran. Michael Ledeen, Vintage (1982).

[3] תמכור נשק.” ש’ פרנקל, העולם הזה, 31 באוגוסט 1983.”.Israel: Foreign Intelligence and Security Services. CIA, March 1979.

[4The False Prophet: Rabbi Meir Kahane, From FBI Informant to Knesset Member, Robert I. Friedman, Lawrence Hill Books (1990).

[5The Unspoken Alliance: Israel’s Secret Relationship with Apartheid South Africa, Sasha Polakow-Suransky, Vintage (2011). The Unnatural Alliance: Israel and South Africa, James Adams, Quartet Books (1984).

[6Project Coast: Apartheid’s Chemical and Biological Warfare Programme, Chandré Gould & Peter Folb, United Nations Institute for Disarmament Research, UNIDIR/2002/12. The Rollback of South Africa’s Chemical and Biological Warfare Program, Dr. Stephen F. Burgess & Dr. Helen E. Purkitt, USAF Counterproliferation Center (2001).

[7] « L’Afrique du Sud, ex-laboratoire secret de bio-terrorisme des démocraties », Réseau Voltaire, 28 octobre 2002. Dr la Mort, enquête sur un bio-terrorisme d’État en Afrique du Sud, Tristan Mendès France, Favre (2002).

[8] «The Rhodesian Army: Counter-insurgency 1972-1979» in Armed forces and modern counter-insurgency, Ian F.W. Beckett and John Pimlott, Croom Helm (1985).

[9] «Israeli Connection Not Just Guns for Guatemala», George Black, NACLA Report on the Americas, 17:3, pp. 43-45, DOI: 10.1080/10714839.1983.11723592

[10] « Qualification du sionisme », ONU (Assemblée générale) , Réseau Voltaire, 10 novembre 1975.